Wie zoekt de Vryheit niet [11]
XI.
Wie zoekt de Vryheit niet.
Cupio dissolui et esse cum Christo.
Zielzugt.
Ik begeere ontbonden te worden, en met
Kristus te zyn.
Kristus te zyn.
XI.
GEZANG.
Vois: Chantez petits Oseaux, &c.
O Doelwit van myn min! bis
O troost in al myn plagen! bis
Wanneer zal uw vriendin bis
De kroon des hemels dragen? bis
Verkort, verkort myn dagen, bis
En laat my uw bruidzaal in. bis
Hebt ge ô Bruigom my verkoren, bis
Laat de dood my niet versmoren. bis
Laat myn ziel, bis
Laat myn ziel, als 't lyf bezwyk, bis
Verhuizen in uw Ryk. bis
Hier grimt my de afgrond toe. bis
Daar lokken de ydelheden bis
Myn ziel van stryden moe: bis
Staag de oogen na beneden. bis
Elk tragt my te overreden, bis
Als ik uw gebod voldoe. bis
Breek de keten myner zonden, bis
Daar ik leg aan vast gebonden, bis
Sloop den muur, bis
Sloop den muur van vlees en bloed, bis
Die my hier blyven doet. bis
Om u, is al myn wens. bis
Om u zyn myn gebeden. bis
Nu 'k als een bloem verslens, bis
Door 't onweer neergetreden. bis
Buiten u is hier beneden bis
Niet als onrust voor den mens. bis
Laat myn ziel niet langer hopen.
Zie, zy tragt u in te loopen.
Ach! ik sterf,
Ach ik sterf! maakt gy geen end,
Van al deze aardse ellend.
Myn God, myn eenig Een! bis
Vergever van myn zonden, bis
'K ontsla u niet, ô neen. bis
Voor dat ik, reyn bevonden, bis
Word door uw Liefde ontbonden bis
Van dit lastig vlees en been. bis
Laat de dood dit lyf weg slepen.
'K heb, in u, myn heyl gegrepen.
Wat hier ryst,
Wat hier ryst of stort ter neer.
Ik leef, en sterf den Heer'.
Vois: Chantez petits Oseaux, &c.
O Doelwit van myn min! bis
O troost in al myn plagen! bis
Wanneer zal uw vriendin bis
De kroon des hemels dragen? bis
Verkort, verkort myn dagen, bis
En laat my uw bruidzaal in. bis
Hebt ge ô Bruigom my verkoren, bis
Laat de dood my niet versmoren. bis
Laat myn ziel, bis
Laat myn ziel, als 't lyf bezwyk, bis
Verhuizen in uw Ryk. bis
Hier grimt my de afgrond toe. bis
Daar lokken de ydelheden bis
Myn ziel van stryden moe: bis
Staag de oogen na beneden. bis
Elk tragt my te overreden, bis
Als ik uw gebod voldoe. bis
Breek de keten myner zonden, bis
Daar ik leg aan vast gebonden, bis
Sloop den muur, bis
Sloop den muur van vlees en bloed, bis
Die my hier blyven doet. bis
Om u, is al myn wens. bis
Om u zyn myn gebeden. bis
Nu 'k als een bloem verslens, bis
Door 't onweer neergetreden. bis
Buiten u is hier beneden bis
Niet als onrust voor den mens. bis
Laat myn ziel niet langer hopen.
Zie, zy tragt u in te loopen.
Ach! ik sterf,
Ach ik sterf! maakt gy geen end,
Van al deze aardse ellend.
Myn God, myn eenig Een! bis
Vergever van myn zonden, bis
'K ontsla u niet, ô neen. bis
Voor dat ik, reyn bevonden, bis
Word door uw Liefde ontbonden bis
Van dit lastig vlees en been. bis
Laat de dood dit lyf weg slepen.
'K heb, in u, myn heyl gegrepen.
Wat hier ryst,
Wat hier ryst of stort ter neer.
Ik leef, en sterf den Heer'.
TOEZANG.
Air: Breek uw pylen, breek uw bogen.
VReugde! vreugde! zonder Ende,
Ziel, of eindelooze ellende. ( bis
'T is te grooten onderscheyt.
Zie, waar toe gy u bereyt. ( bis
Liever hier het kruis verkoren,
Dan zyn eewig heil verloren. ( bis
In den arm van 't eewig goet,
Vind de ziel 't geen haar voldoet. ( bis
Om dat myn leven maar in uwe min bestaat,
Valt my het sterven zoet, hoe zeer van elk gehaat.
Air: Breek uw pylen, breek uw bogen.
VReugde! vreugde! zonder Ende,
Ziel, of eindelooze ellende. ( bis
'T is te grooten onderscheyt.
Zie, waar toe gy u bereyt. ( bis
Liever hier het kruis verkoren,
Dan zyn eewig heil verloren. ( bis
In den arm van 't eewig goet,
Vind de ziel 't geen haar voldoet. ( bis
Om dat myn leven maar in uwe min bestaat,
Valt my het sterven zoet, hoe zeer van elk gehaat.
TOEPASSING.
GElyk een Hart van dorst versmagt,
Schreewt na de bron, en koele stroomen,
Zoo jaagt myn ziel uit al haar kragt
Myn God, om eens by u te komen.
Wanneer ô schoone heylfonteyn,
Zult gy het vuyl van myne zonden
Zoo wassen, dat ik eenmaal reyn,
Zal voor uw oogen zyn bevonden.
Myn ziel vermoeit en afgestreen,
Verwagt haar heyl uit u alleen.
GElyk een Hart van dorst versmagt,
Schreewt na de bron, en koele stroomen,
Zoo jaagt myn ziel uit al haar kragt
Myn God, om eens by u te komen.
Wanneer ô schoone heylfonteyn,
Zult gy het vuyl van myne zonden
Zoo wassen, dat ik eenmaal reyn,
Zal voor uw oogen zyn bevonden.
Myn ziel vermoeit en afgestreen,
Verwagt haar heyl uit u alleen.
Translations
Literature
Sources and parallels
- Choice between Christ's yoke and the wordly life leading to death in:Rectum judicium [4] (in: Georgette de Montenay/Anna Roemer Visscher, Cent emblemes chrestiens (c. 1615)) [Compare]
- Parallel (and probably source) for the pictura, the same Latin bible quote and the French epigram in: Impatientia Amoris [65] (in: Ludovicus van Leuven, Amoris divini et humani antipathia (1629)) [Compare]
- Parallel for the main pictorial elements (mirrored, without background elements), the same Latin bible quote and French epigram in: Desiderium amoris. [36] (in: anonymous, Amoris divini et humani antipathia (1628)) [Compare]
References, across this site, to this page:
- Desiderium amoris. [36] (in: anonymous, Amoris divini et humani antipathia (1628))
- Impatientia Amoris [65] (in: Ludovicus van Leuven, Amoris divini et humani antipathia (1629))
- Rectum judicium [4] (in: Georgette de Montenay/Anna Roemer Visscher, Cent emblemes chrestiens (c. 1615))
Iconclass
Death is about to loosen the chain that attaches the soul to life, so it can run to sacred love- God's perfections [11A23]
- devils in purely fantasy shape [11K31]
- love towards God; 'Amore verso Iddio' (Ripa) [11Q01]
- 'Desiderio verso Iddio' (Ripa) [11Q02]
- hell represented as (ruined) city, (ruined) castle [11T14]
- radiance emanating from persons or things [22C31]
- adult woman [31D15]
- Death as skeleton [31F26]
- the soul during lifetime [31G1]
- help (to an endangered fellow man) [33A61]
- prisoner; in fetters (+ variant) [44G312(+0)]
- ferry (+ variant) [46C1112(+0)]
- tools, aids, implements ~ crafts and industries: chain [47D8(CHAIN)]
- mask, mascaron ~ ornament [48A98211]
- ornament ~ festoon, garland [48A9875]
- base (~ column, pillar) [48C1613]
- (personifications and symbolic representations of) Love; 'Amore (secondo Seneca)' (Ripa) (+ clothed) [56F2(+123)]
- (personifications and symbolic representations of) Love; 'Amore (secondo Seneca)' (Ripa) (+ emblematical representation of concept) [56F2(+4)]
- Mortality, Extinction of Life (+ emblematical representation of concept) [58BB1(+4)]
- proverbs, sayings, etc. (with TEXT) [86(WIE ZOEKT DE VRYHEIT NIET)]