De liefde ziet na geen rykdommen [33]
DE LIEFDE ZIET NA GEEN RYKDOMMEN.
Ellendig die zyn min tragt uit het gelt te haalen,
Die enkel zyn geluk in groote rykdom stelt,
Alleen een voorwerp mint door overvloed verzelt,
Hoe duur zal hy daar na die blindheid nog betaalen.
Want die met schyn van min alleenig oogt op schat.
Word door de min vaak in een goude strop gevat.
Die enkel zyn geluk in groote rykdom stelt,
Alleen een voorwerp mint door overvloed verzelt,
Hoe duur zal hy daar na die blindheid nog betaalen.
Want die met schyn van min alleenig oogt op schat.
Word door de min vaak in een goude strop gevat.
[blanco]
DE LIEFDE ZIET NA GEEN RIJKDOMMEN.
Als hy zyn waarste Ziel mag dienste en Liefde toonen;
Hy agt nog geld, nog goed, nog leeven ramp nog smart,
Wanneer hy maar verkrygt de gunste van haar hart.
Et il piû abominabile, e il piu sozzo,
Che produca la terra, o'l mar fra l'onde.
s'Attache par nature a ce qui luy ressemble,
Et nostre ame, qui suit ce cours accoustume
Veut pour estre charmèe un objet anime.
Al 't geen de Hemel op de Waereld voort doet komen
Is met een drift tot zyns gelyk steets ingenomen,
En onze Ziel, die ook dezelve wegen gaat,
Wil iets bezielt eer zy haar zelf bekoren laat.
Vda? quid auratis nixa domus trabibus?
Quid juvat Assyriis in odoribus elanguentena
Seu sopor ad citharas, seu leve murmur aquæ?
Omnia nil sine amore juvant, sed amore secundo,
Et sopor in dura blandus humo trahitur:
Omnis & Assyrium tellus aspirat amomum,
Et vincunt humiles tecta superba casæ.
Et le Coeur ne sent point ce que la bouche explique.
Oth: Il ne le sentit pas Albin, du premier jour.
Mais cette politique est devenu amour.
Alle uwe min strekt dan alleenig om te maaken,
Dat gy door haare trouw komt op de Troon te raaken.
Oth: Daar stak geen and're Liefde in 't eerst als Staatkunde in,
Maar al die Staatkunde is geheel verkeert in Min.
Myn zeggen zal zekerlyk veelen vreemt voor ko-
men, voornaamentlyk wanneer zy niet alleen
weeten dat jegenwoordig geld de meeste Liefde
maakt, maar dat het van alle tyden zoo is ge-
weest en alle Schryvers daar over hebben geklaagt:
dog zy zullen het ligtelyk toestemmen, wanneer ik de woor-
den van Jonktyds in 't begin van zyn Roselyns-oogjes gebruiken-
,,de, zeg, dat ik dusdanige Menschen die meer op de Hu-
,,welyks gift dan op de Bruid zien, buiten myn bestek sluit.
Een trouwe Minnaar zal nog Schat nog Bloet verschoonen.
men, voornaamentlyk wanneer zy niet alleen
weeten dat jegenwoordig geld de meeste Liefde
maakt, maar dat het van alle tyden zoo is ge-
weest en alle Schryvers daar over hebben geklaagt:
dog zy zullen het ligtelyk toestemmen, wanneer ik de woor-
den van Jonktyds in 't begin van zyn Roselyns-oogjes gebruiken-
,,de, zeg, dat ik dusdanige Menschen die meer op de Hu-
,,welyks gift dan op de Bruid zien, buiten myn bestek sluit.
Als hy zyn waarste Ziel mag dienste en Liefde toonen;
Hy agt nog geld, nog goed, nog leeven ramp nog smart,
Wanneer hy maar verkrygt de gunste van haar hart.
Gelyk
Koenderding
in 't eerste bedryf van zyne
mildadige Min-
,,naar zegt. Een Liefde die slaaf van het Goud is, is het
,,grootste vuilste en vervloekste Monster dat ooit van de Aar-
,,de of Zee is voortgebragt, zegt T. Tasso Amint: Att: 2. Sc. 1.
Amor Servo de l'oro, è il maggior mostro,
,,naar zegt. Een Liefde die slaaf van het Goud is, is het
,,grootste vuilste en vervloekste Monster dat ooit van de Aar-
,,de of Zee is voortgebragt, zegt T. Tasso Amint: Att: 2. Sc. 1.
Et il piû abominabile, e il piu sozzo,
Che produca la terra, o'l mar fra l'onde.
Ook kan het geen Liefde genaamt worden, vermits onze Ziel
door zoodanige voorwerpen niet kan getroffen worden, ge-
lyk Quinault redeneert in la Mort de Cyrus act: 2. Sc: 1.
Tout ce qu'en l'univers l'ordre du Ciel assemble
door zoodanige voorwerpen niet kan getroffen worden, ge-
lyk Quinault redeneert in la Mort de Cyrus act: 2. Sc: 1.
s'Attache par nature a ce qui luy ressemble,
Et nostre ame, qui suit ce cours accoustume
Veut pour estre charmèe un objet anime.
Al 't geen de Hemel op de Waereld voort doet komen
Is met een drift tot zyns gelyk steets ingenomen,
En onze Ziel, die ook dezelve wegen gaat,
Wil iets bezielt eer zy haar zelf bekoren laat.
Derhalven zingt J: Secundus lib. 1. Eleg.2. heel wel met Tibul-
,,lus, Propertius en anderen, dat de Rykdommen zonder de
,,Liefde niets kunnen baaten, en de Liefde zonder Rykdom-
,,men alles aangenaam kan maaken.
Quid Tyrius sine amore torus? quid mensa Falerno
,,lus, Propertius en anderen, dat de Rykdommen zonder de
,,Liefde niets kunnen baaten, en de Liefde zonder Rykdom-
,,men alles aangenaam kan maaken.
Vda? quid auratis nixa domus trabibus?
Quid juvat Assyriis in odoribus elanguentena
Seu sopor ad citharas, seu leve murmur aquæ?
Omnia nil sine amore juvant, sed amore secundo,
Et sopor in dura blandus humo trahitur:
Omnis & Assyrium tellus aspirat amomum,
Et vincunt humiles tecta superba casæ.
Het is ook altyd de grootste schande des Waerelds geweest
zig door het geld te laaten bekooren niet alleen by Ovidius en
diergelyken, maar zelf by Regts-geleerden, die het veel
schandelyker hebben geagt zyn Lighaam ten besten te gee-
ven om 't gewin als om 't vermaak, zie l. 44. de Rit: nuptiar:
& ibi DD. Hoewel het zomtyds wel gebeurt dat ymand op
geld oogende naderhand in der daad verlieft word. Dus spreekt
Otho Albinus aan by Corneille Act: 1. Sc: 1.
Ainsi que vostre amour n'est qu'une politique,
zig door het geld te laaten bekooren niet alleen by Ovidius en
diergelyken, maar zelf by Regts-geleerden, die het veel
schandelyker hebben geagt zyn Lighaam ten besten te gee-
ven om 't gewin als om 't vermaak, zie l. 44. de Rit: nuptiar:
& ibi DD. Hoewel het zomtyds wel gebeurt dat ymand op
geld oogende naderhand in der daad verlieft word. Dus spreekt
Otho Albinus aan by Corneille Act: 1. Sc: 1.
Et le Coeur ne sent point ce que la bouche explique.
Oth: Il ne le sentit pas Albin, du premier jour.
Mais cette politique est devenu amour.
Alle uwe min strekt dan alleenig om te maaken,
Dat gy door haare trouw komt op de Troon te raaken.
Oth: Daar stak geen and're Liefde in 't eerst als Staatkunde in,
Maar al die Staatkunde is geheel verkeert in Min.
Translations
Literature
Sources and parallels
- Same copperplate, slightly altered, as in:Laqueus Amoris [17] (in: Ludovicus van Leuven, Amoris divini et humani antipathia (1629)) [Compare]
References, across this site, to this page:
- Laqueus Amoris [17] (in: Ludovicus van Leuven, Amoris divini et humani antipathia (1629))
Iconclass
Cupid holds the rope of which the noose is around the neck of a woman who is on her knees taking jewellery from a chest and a sack- Covetousness; 'Avaritia' (Ripa) ~ personification of one of the Seven Deadly Sins (+ variant) [11N34(+0)]
- minerals and metals: gold [25D13(GOLD)]
- farm or solitary house in landscape [25I3]
- kneeling on both knees - AA - female human figure [31AA2331]
- adolescent, young woman, maiden [31D13]
- container of textile material: bag, sack [41A777]
- ornaments, jewels [41D266]
- purse, money-bag [41D267]
- dowry (+ variant) [42D172(+0)]
- instruments of torture, execution or punishment (with NAME) [44G321(HANGING)]
- archer's weapons: bow [45C15(BOW)]
- quiver [45C23]
- money-chest, treasure-chest, money-box [46A1632]
- coin [46B311]
- tools, aids, implements ~ crafts and industries: rope [47D8(ROPE)]
- Wealth, Opulence; 'Opulenza', 'Richezza' (Ripa) (+ emblematical representation of concept) [55B1(+4)]
- (personifications and symbolic representations of) Love; 'Amore (secondo Seneca)' (Ripa) (+ emblematical representation of concept) [56F2(+4)]
- proverbs, sayings, etc. (with TEXT) [86(DE LIEFDE ZIET NA GEEN RYKDOMMEN)]
- (story of) Cupid, Amor (Eros) [92D1]
- attributes of Cupid: blindfold [92D18(BLINDFOLD)]
- attributes of Cupid (with NAME) [92D18(BOW)]
- attributes of Cupid (with NAME) [92D18(QUIVER)]